Vooruitblik 2019: Peter Bouckaert - Eyeworks

Bij de start van het nieuwe jaar kijkt mediarte samen met vier prominente namen in de Belgische AV-sector vooruit. Peter Bouckaert bijt de spits af. 

Vooruitblik Peter Bouckaert

Wat ligt in het verschiet voor jouw bedrijf, wat zijn de uitdagingen voor 2019?

"We zijn het jaar schitterend begonnen, met onze film 'Niet Schieten' die nog steeds in meer dan 20 steden loopt en inmiddels over de 360.000 bezoekers is gegaan en met onze reeksen 'Zie mij graag' en 'Eigen Kweek' die geweldig goed scoren.
2019 wordt een belangrijk jaar voor ons. Op tv-vlak zullen we maar liefst vijf reeksen op antenne hebben over de diverse omroepen heen. Er zijn een aantal kleppers bij waar we al een aantal jaren aan werken. We starten ook de opnames voor twee grote reeksen. Wat film betreft brengen we onze allereerste animatiefilm in de bioscoopzalen: ‘Urbanus de vuilnisheld’. Het is een majoritair Vlaamse film en dat is best een prestatie. De meeste animatiefilms waar Vlaamse producenten aan meewerken, zijn een kleiner onderdeel van grote internationale coproducties. Daar is op zich niks mis mee en we hebben in België een schitterende animatie-industrie. ‘Urbanus de vuilnisheld’ is echter een buitenbeentje omdat we de film volledig vanuit de Benelux financierden. Het succes van die film zal dus ook van die thuismarkt afhangen. De productie is nog volop bezig. De film zal midden februari klaar zijn, net op tijd voor de lancering op 27 februari. Het wordt een knotsgekke familiefilm voor alle leeftijden vanaf 9 jaar.

Daarnaast zijn we druk in de weer met de voorbereiding van de nieuwe film van Jan Verheyen, 'Red Sandra'. Jan maakte met ons een aantal van zijn meest persoonlijke en beklijvende films, zoals 'Het Vonnis' en 'Dossier K'. 'Red Sandra' wordt opnieuw, net zoals 'Het Vonnis', een heel persoonlijke en maatschappelijk relevante film. Hij vertelt het waargebeurde verhaal van de familie Massart die een tiental jaren geleden in het nieuws was, niet alleen in België maar wereldwijd. In essentie vertelt 'Red Sandra' over de onvermoeibare en meeslepende strijd van een wanhopige vader om toegang te krijgen tot een experimenteel medicijn dat zijn ongeneeslijk ziek dochtertje kan redden. De problematiek van zeldzame ziektes waarvoor geen of enkel zeer dure medicijnen bestaan is helaas nog steeds een actueel thema. Uiteindelijk gaat het om de vraagstelling over hoeveel een mensenleven waard is. Dit wordt de film waarin Sven De Ridder, als de vader, eindelijk zal schitteren in een dragende hoofdrol, iets wat hij fenomenaal zal doen. 'Red Sandra' komt in 2020 in de bioscoop."

Wat we maken moet de moeite waard zijn om je voor naar de bioscoop te verplaatsen. Daarvoor ligt de lat nog hoger dan pakweg vijf jaar geleden.

"Dit jaar hopen we ook de financiering van 'Ritual', geschreven door Carl Joos en geregisseerd door Hans Herbots af te ronden. Het scenario is gebaseerd op een besteller van Mo Hayder, een bekende Britse thrillerschrijfster. Met 'De Behandeling' verfilmden wij, met hetzelfde team, reeds een boek van haar en die lanceerde de internationale carrière van Hans, die inmiddels reeksen zoals 'Als de dijken breken', 'Rellik' en 'Riviera' draaide. 'Ritual' wordt terug een zeer donkere maar beklijvende thriller. Het origineel verhaal in het boek speelt zich af in Engeland, rond een voodoo-cultus. Wij adapteerden dit naar België en situeren de film tegen een andere achtergrond, met een voor ons grotere relevantie: ons donker koloniaal verleden in Congo. We zijn de ontwikkeling van dit project 6 jaar geleden gestart en die inhoudelijke beslissing blijkt nu behoorlijk visionair: het debat rond onze voormalige kolonie is actueler dan ooit. Ook dat behoort tot onze opdracht als filmmakers: relevant zijn. Wat we maken, moet de moeite waard zijn om je voor naar de bioscoop te verplaatsen. Daarvoor ligt de lat nog hoger dan pakweg 5 jaar geleden.

Vooruitblik Peter Bouckaert
©Eyeworks - Peter Bouckaert op de set met Jan Verheyen

"Echter, in tegenstelling tot wat wordt beweerd, is het niet zo dat de bioscoop ten dode opgeschreven is omwille van de opkomst van nieuwe spelers zoals Netflix of Amazon. Een recente studie in vakblad Variety toonde aan dat Netflix geen significante impact heeft op het bioscoopbezoek. Het is eerder zo dat zware gebruikers van audiovisuele content én een abonnement hebben op Netflix, HBO, Hulu of een andere aanbieder én ook nog heel vaak naar de bioscoop gaan. Wat wél speelt is dat de lat hoger ligt qua kwaliteit. Over alle platformen heen is er een veel groter en diverser aanbod dan voorheen. In alle genres en over alle schermen heen moeten wij als makers onze beloftes aan het publiek waarmaken. Ik denk dat daar de grote uitdaging ligt voor onze Vlaamse filmsector: om films te blijven maken die de kijkers emotioneel beroeren of aan het denken zetten. Of liefst nog een combinatie van de twee. Maar ook voor films die louter entertainment brengen, waar niets verkeerd mee is, ligt de lat hoger dan voorheen: het moet echt de moeite zijn om je huiskamer te verlaten.

Ik ben overtuigd dat we dat hogere niveau kunnen halen. De sector kende in 2017 weliswaar een ietwat minder jaar wat, mijns inzien onterecht, in de pers leidde tot een negatieve teneur over de Vlaamse film. Nauwelijks een jaar later, in 2018, is het beeld helemaal anders. Het succes van de drie films die zich recent naast elkaar hebben bewezen, met name 'Niet schieten' van Stijn Coninx, 'Girl' van Lucas Dhondt, en 'Sinterklaas en de wakkere nachten', ook van Stijn Coninx hebben bewezen dat mensen zich wel degelijk nog naar de bioscoop verplaatsen voor de unieke groepsbeleving in een zaal met een groot scherm. De appetijt is er, op voorwaarde dat de film voldoet aan de hoge verwachtingen van het publiek."

Bioscoop als kunstvorm en belevingsvorm van audiovisuele content zal niet wegkwijnen onder invloed van de nieuwe digitale technologie.

"In die context trouwens, kondigde Erwin Provoost, de intendant van het VAF (filmfonds) aan dat zij extra focus zullen leggen op relevantie en publiekspotentieel, zowel voor arthouse films als voor bredere films, elk op een andere schaal uiteraard. Ieder jaar worden 7 à 8 films gesteund door het filmfonds. Daarnaast zijn er een aantal producties die puur commercieel gemaakt worden, via andere mechanismen. We maken dus 10 à 12 Vlaamse films per jaar en het is belangrijk dat we over de diversiteit in het aanbod en de kwaliteit ervan waken. Immers, iedere film die teleurstelt, betekent een drempel voor de volgende film, maar iedere film die zijn beloftes waarmaakt, plaveit de weg voor de makers die volgen. Ik geloof stellig in een gunstige toekomst voor bioscoopfilms in Vlaanderen, maar ook overal. Bioscoop als kunstvorm en belevingsvorm van audiovisuele content zal niet wegkwijnen onder invloed van de nieuwe digitale technologie. Integendeel, het is nog nooit zo haalbaar geweest voor een film om te reizen. Dankzij het digitaliseren van de bioscoop wordt variatie in de programmatie makkelijker en kan het aanbod vlotter op de vraag worden afgestemd. Dit vraagt echter ook dat er op zoek wordt gegaan naar nieuwe modellen. Bioscopen worden nog steeds voor een groot stuk geprogrammeerd volgens wat hen op dat moment wordt aangereikt door de distributeurs, die eveneens de marketingcampagnes voeren. Om hun toekomst te vrijwaren moeten de bioscopen zelf hun programmatie proactiever opvolgen en meer inspanningen doen qua marketing om het aanbod en de beleving die zij aanbieden, beter te promoten. Dit in samenwerking met de producenten en de distributeurs."

Vooruitblik Peter Bouckaert
©Eyeworks - op de set van Het Tweede Gelaat

"Wat de Vlaamse film- en audiovisuele industrie betreft, staan we voor grote uitdagingen omwille van de schaal van onze relatief kleine thuismarkt, waar veranderingen direct een grote impact hebben. We zijn een zeer toekomstgerichte industrie, content wordt alsmaar belangrijker. We zijn ook een zeer creatieve industrie die inmiddels op de wereldkaart staat qua reputatie. We plukken daar de vruchten van alle investeringen en inspanningen die de afgelopen 15 jaar geleverd zijn, zowel vanuit de overheid als door de productiehuizen, de filmscholen, omroepen, distributeurs en bioscoopexploitanten."

De hele motor van de audiovisuele industrie, die creativiteit, talenten en producties genereert die we ook meer en meer exporteren, kan alleen bestaan bij gratie van een solide thuismarkt.

"Dé uitdaging die voor ons ligt: hoe zorgen we ervoor dat onze thuismarkt rendabel blijft voor het creëren van content en dat ons kwetsbare ecosysteem veilig de transitie kan maken in de verregaande digitalisering van alles wat content is? De hele motor van de audiovisuele industrie, die creativiteit, talenten en producties genereert die we ook meer en meer exporteren, kan alleen bestaan bij gratie van een solide thuismarkt. Dat geldt in alle landen, groot of klein. Elk land met een solide audiovisuele industrie, is ook succesvol bij het eigen publiek. Ik ken daarop geen enkele uitzondering. Ook voor een bedrijf als Studio 100, dat heel internationaal georiënteerd en actief is, blijft de thuismarkt bijzonder belangrijk. En bij hen zijn dat inmiddels verschillende “thuismarkten”, want voor Duitse producties die zij maken is ook de Duitse thuismarkt cruciaal voor het internationaal potentieel van die producties.

Wat zijn nu de grote uitdagingen voor onze thuismarkt? In ons klein taalgebied hebben we 3 omroepen die een heel belangrijke rol spelen in ons audiovisuele landschap. Elk van deze omroepen staat onder druk. De openbare omroep omwille van de besparingen van de overheid en de commerciële omroepen omwille van de uitdagingen die het uitgesteld kijken met zich meebrengen. De oplossingen lijken vrij voor de hand liggend maar dat vraagt een brede aanpak over de hele sector heen én politieke visie en omkadering. Het debat rond het skippen of blokkeren van reclame wordt vaak te gemakkelijk afgedaan als “de kijker wil het niet”. Dat is kortzichtig. De kijker die geen reclame wil, moet de mogelijkheid geboden worden om te kunnen betalen om de content zonder reclame te bekijken. Dat is een simpele economische logica. Reclame “skippen”, zonder economische compensatie zal onvermijdelijk leiden tot de verschraling van het aanbod, zowel kwalitatief als kwantitatief. En die problematiek gaat veel breder dan onze audiovisuele sector. Het geldt evenzeer voor alles wat digitaal wordt : software, games, boeken, tijdschriften, kranten en dergelijke. In deze tijden van “fake news” is het inmiddels wel duidelijk wat het belang is van degelijke en goedbetaalde media die kwalitatief nieuws brengen.

Het beschermen van een economisch model heeft niets te maken met protectionisme of vrees voor disruptie. Betaal ik een klein bedrag per maand om reclame te skippen, of kijk ik liever gratis en dan betaalt iemand voor mij voor die content in ruil voor reclame? Dit lijkt een no-brainer maar het vraagt een visie en gecoördineerde aanpak, vanuit de sector zelf maar ook vanuit de overheid, zeker in een kleine markt als de onze."

©Eyeworks - Het Tweede Gelaat
©Eyeworks - Het Tweede Gelaat

En de rol van Telenet daarin, is die dan ook heel disruptief, belangrijk?

"Telenet is een commercieel bedrijf en zit in een disruptief model. Daar is niets op tegen als dat leidt tot nieuwe economieën en een verbreding van het aanbod. Het is juist goed dat een distributeur als Telenet zich gaat interesseren en actief gaat inzetten voor de creatie van content voor en door onze thuismarkt. Maar tegelijk maken zij ook deel uit van van de waardeketting van andere zeer belangrijke partijen in ons ecosysteem. Eigenlijk zijn er maar 3 businessmodellen in onze sector. Ten eerste heb je public funding, de openbare omroepen, die een belangrijke rol te vervullen hebben. Ze zijn maatschappelijk en cultureel de motor in de audiovisuele industrie. Daarnaast is er subscription based. Je betaalt dus een abonnement, waardoor je toegang krijgt tot een bepaalde hoeveelheid content zoals Netflix, PlayMore van Telenet, Amazone, enzovoort...

Daartussen heb je een vorm die geen van beide is, een middenmodel. Je krijgt gratis content in ruil voor reclame. Het is dit model waarop de disruptie wordt losgelaten. Disruptie, zoals ik het interpreteer, is overgang van een oud naar een nieuw model. Als het enkel dient om het model uit te kleden, door bv. Adblocking, dan leidt dit niet tot een nieuw model. Een disruptieve evolutie zou zijn dat de kijker de mogelijkheid wordt geboden om ads te skippen tegen betaling. Dat is iets wat vroeger niet mogelijk was en nu wel, dankzij technologie zoals avod (Advertising Video on Demand). Ik acht het nodig dat, in de kleine markt die Vlaanderen is, die drie businessmodellen naast elkaar kunnen bestaan."

Over die 3 modellen. Erwin Provoost zei dat er ook een ondersubsidiëring is vanuit de overheid, dat het nodig is om toelages op te trekken. Zit daar eveneens heil in?

"In onze kleine markt zijn de geïnstalleerde mechanismen vrij performant, vooropgesteld dat het ecosysteem errond blijft functioneren. Het heeft geen zin om als overheid belangrijke inspanningen te leveren om films en tv-reeksen te maken, als vervolgens het businessmodel dat moet leiden tot een gezonde exploitatie daarvan, niet beschermd wordt. In antwoord op de vraag over de structurele ondersubsidiëring: die is er wel degelijk. Deze middelen zijn de groei en evolutie van de audiovisuele sector niet gevolgd. Deze middelen zijn hefboommechanismen: het filmfonds, screen flanders, tax-shelter. Die incentives zijn complementair, bedienen verschillende genres en mechanismes en zijn eigenlijk hefbomen die in een kleine markt toch voor voldoende continuïteit zorgen, opdat kwaliteit kan doorgroeien en we ook internationaal steeds beter presteren. Naarmate die kwaliteit zich ontplooit, wordt de economische component ervan belangrijker. Maar, het heeft weinig zin om in dat soort mechanismen te investeren als er aan de andere kant onvoldoende regulering bestaat die erover waakt dat de economische marktwerking ook een gezonde ontwikkeling kent."

Het probleem van piraterij is al heel lang niet een probleem van een industrie die niet mee evolueert. Zo wordt het wel vaak omschreven maar eigenlijk klopt dat niet!

Piraterij

"Een ander groot gevaar dat systematisch zwaar onderschat wordt, is piraterij. Het betreft een vrij fundamentele discussie, omdat dit politiek niet zo’n sexy onderwerp is. Daarbij gaat het niet alleen over auteurs en hun rechten, maar over heel veel mensen die in een groeiende en zeer toekomstgerichte industrie werken. Die mensen moeten kunnen betaald worden en hun professionele toekomst en tewerkstelling hangt af een correcte vergoeding door de eindconsument. Het probleem van piraterij is al heel lang niet een probleem van een industrie die niet mee evolueert. Zo wordt het wel vaak omschreven maar eigenlijk klopt dat niet! 

Analyseer hoe audiovisuele productie werkt. Er zijn één of meestal meerdere partijen die een productie financieren. Vervolgens wordt die productie via één of meerdere kanalen aangeboden tegen betaling. Dat fameuze window, waarvan men beweert dat het piraterij doet ontstaan doordat een film in de bioscoop speelt maar niet onmiddellijk online te bekijken is, is eigenlijk een valse discussie. Om dat te duiden kunnen we een Netflix original als voorbeeld nemen. Een productie die volledig door Netflix gefinancierd is, zal alleen op Netflix te zien zijn. Daarna volgen misschien andere kanalen, die op hun beurt die productie bij Netflix hebben gekocht voor hun eigen exploitatie. Het publiek wordt niet het voorrecht verleend om die Netflix productie op hetzelfde moment ook gratis op tv te bekijken. Dat is logisch toch? Iedereen aanvaardt dat principe bij Netflix, maar hetzelfde geldt voor een film die in de bioscoop uitkomt. Die is voor een groot deel gefinancierd door spelers die de exclusieve exploitatie in een bioscoop nodig hebben om hun investering terug te verdienen. En daarna komt de film op andere platformen voor wie niet naar de bioscoop kon of wil gaan.

Je zou, met wat goede wil, de vergelijking kunnen maken van een nieuwe wagen die aan een bepaalde prijs gelanceerd wordt bij een exclusieve dealer van de merk. Van datzelfde merk staan occasies te koop langs de Vlaamse steenwegen aan een tiende van de originele prijs. De potentiële koper kan niet opperen: 'Ja maar, kijk die modellen staan hier aan een tiende van de prijs, ik wil dat nieuw model aan diezelfde prijs!'. Die bocht wordt vaak te kort genomen als het onze audiovisuele winkel betreft.

Een eerste window, of het nu op Netflix of in de bioscoop is, is een premium exploitatie. Die eerste exclusieve beleving, maakt deel uit van het aanbod van de partij die in het maken van die productie heeft geïnvesteerd. Bij de meeste producties zijn er verschillende partijen die geld op tafel leggen, in de hoop om dat daarna “in hun winkel” terug te verdienen. Als we dat principe in twijfel gaan trekken, kunnen we vaarwel zeggen aan de audiovisuele industrie."

Vooruitblik Peter Bouckaert
©Eyeworks - Première Niet Schieten

"Dat alles betekent uiteraard niet dat onze sector niet mee moet evolueren met het veranderend kijkgedrag. Er worden wereldwijd 20.000 films gemaakt. Vroeger was het onmogelijk om al die films te zien te krijgen. In elk land komen tussen de 400 à 600 films in de bioscoop uit, wat best wel veel is. Dat betekent ook dat er duizenden films zijn die niet in de bioscoop terecht komen. Wat merkt men nu? Dat bijvoorbeeld een Portugese film die in het thuisland furore maakt, tegenwoordig wel érgens te vinden is, zelfs al is hij niet uitgekomen bij ons in de bioscopen. De digitale technologie zorgt ervoor dat er veel meer films veel sneller toegankelijk zijn."

"Dit gezegd zijnde, onze film 'Niet schieten', zit begin 2019 reeds meer dan drie maanden in de bioscoop en doet het nog goed. Maar ik ben er zeker van dat die film het daarna ook goed zal doen in VOD, SVOD en over anderhalf jaar op VTM. We hebben simpelweg al die partijen nodig om een film als 'Niet schieten' überhaupt te kunnen maken. Wat tegenwoordig wel kan, is dat 'Niet schieten' opgepikt wordt door een wereldwijde digitale speler voor een ander territorium dat vroeger onbereikbaar zou zijn.

Theatrical release is soms schieten met een kanon op een mug. Het is geen selectief medium, je moet een massacampagne opzetten en de film moet in voldoende zalen spelen om een nationale release te hebben, om een groot publiek te kunnen bereiken. De lat ligt bij theatrical release heel hoog. En daarna vinden de films via platformen en andere kanalen een extra publiek. Het is voor ons als makers nuttig dat we het publiek gaan zoeken waar het zich bevindt. Dat betekent dat het absoluut geen schande is dat sommige films niet in de bioscoop uitkomen maar eerder een nichepubliek vinden via andere kanalen. Ook daar zijn inmiddels zeer sprekende voorbeelden van.

Het is echter wel noodzakelijk dat alle spelers zelf hun regels kunnen bepalen en niet toe te laten dat piraterij de keuze laat aan de kijker om te zeggen: 'Ik heb een Netflix abonnement, 'Game of Thrones' speelt op PlayMore, maar ik betaal al voor Netflix en ik ga niet betalen voor PlayMore, dus ik bekijk ik het wel illegaal. Als je dat toelaat, of gedoogt, haal je de toekomst van alle economische modellen voor content onderuit."

©Savage film & Stone Angels
Le Fidèle' Matthias Schoenaerts en Adèle Exarchopoulos. - ©Savage Film & Stone angels, coproductie Eyeworks Film & TV Drama

Is bioscoop op dat vlak nog altijd het belangrijkste medium, financieel gezien?

"Op de thuismarkten voor bioscoopfilms wel. Netflix maakt echter ook originals die heel beperkt in de bioscoop komen maar dat maakt eerder deel uit van hun promotiestrategie. Misschien zal dat aanbod nog aangroeien en op zich is daar niks verkeerd mee."

Een andere bedreiging die ook in de digitale sector zeer aanwezig is, is een opkomende war on talent, het gebrek aan de nodige competenties en mensen. Ervaar je dat ook hier al?

"Dat is van alle tijden, in alle sectoren en wereldwijd. Meestal is het een cyclisch fenomeen dat zich vooral manifesteert wanneer er een bubbel is. Er wordt gesproken van de 'golden era of TV drama'. Die huidige situatie is ontstaan omdat er een oorlog wordt gevoerd door allerlei spelers voor het innemen van een dominante marktpositie. Zeker in digitale technologieën is het, jammer genoeg, vaak een 'the winner takes it all' business. Eén zeer dominante speler neemt alles over en daarnaast is enkel nog ruimte voor kleine nichespelers. Er wordt op dit moment door veel partijen disproportioneel veel geïnvesteerd in audiovisuele productie met als doel een toppositie in iedere markt te veroveren. Tegelijkertijd gaan ze op de traditionele markten in de clinch met de bestaande spelers die hun positie willen vrijwaren. In die context wordt er momenteel meer gemaakt en meer geproduceerd dan wat puur economisch rendabel zou zijn mocht je alles grondig analyseren. Het is een soort bidding war."

Als er een tekort is omwille van dergelijke bidding war op gevestigd talent, dan heb je automatisch een simultaan mechanisme waarbij nieuw talent kansen krijgt.

"Zeer bekende talenten krijgen dure cheques toegespeeld, resideren in een soort gouden kooi. Maar dat heeft een prijskaartje, die comfortzone. Intussen gaat de rest van de markt op zoek naar nieuw talent. Als er een tekort is omwille van dergelijke bidding war op gevestigd talent, dan heb je automatisch een simultaan mechanisme waarbij nieuw talent kansen krijgt. Talent dat nog niet dat kostelijke prijskaartje presenteert. De dure vogels prijzen zichzelf na verloop van tijd uit de markt. Het is van tijdelijke aard en trouwens een fenomeen dat zich in alle sectoren manifesteert, of het nu gaat over ingenieurs of it-ers, of metselaars in Antwerpen op het moment dat men begint aan de constructie van de Oosterweel-verbinding."

Je hebt geen probleem dan, om de juiste competenties te vinden op dit moment?

"Dat gegeven is inherent aan onze sector, ik geloof alleen niet dat dikke paychecks een duurzame oplossing zijn dus wij gaan zelden mee in bidding wars.

Toen VTM werd opgericht en er talenten werden weggekocht bij de openbare omroep en visa versa was er een dergelijke bidding war bezig. En, op het moment dat woestijnvis de zender VIER overnam, zag je opnieuw dat soort mechanisme aan het werk. Bekijk een aantal jaren later de situatie en dan merk je dat dat geen duurzaam proces is."

Wij volgen talent graag op: als wij met nieuwe mensen iets maken dan houden we graag een duurzame samenwerking voor ogen. We willen echter geen gouden kooi bouwen rond die mensen.

"Ikzelf focus liever op een duurzame samenwerking met een lange termijnvisie, met bewezen talent én het ontwikkelen van nieuw talent. Bij Eyeworks doen we dat constant. De voorbije jaren hebben we een 20-tal films geproduceerd. De helft daarvan waren debuutfilms, de andere helft is gemaakt met de gevestigde waarden van mensen met wie we graag en goed samenwerken. Wij volgen talent graag op: als wij met nieuwe mensen iets maken dan houden we graag een duurzame samenwerking voor ogen. We willen echter geen gouden kooi bouwen rond die mensen.

Die diversiteit van makers zie je ook in de diversiteit van onze producties. We zijn een productiehuis dat geen pure arthouse films en geen puur commerciële films maakt. Onze creaties zijn wat men zo mooi cross-overs noemt. Er zijn best wel wat voorbeelden van dat soort films, die vaak niet-evidente onderwerpen behandelen maar toch een groot publieks-potentieel hebben. Onze producties kenmerken zich door relevantie en hebben impact. Getalenteerde mensen werken juist daarom heel graag met ons samen. Ik vind het essentieel dat wij als productiehuis onze medewerkers goed verlonen, correct rekening houdend met hun ervaring en talent. Simultaan willen we ook een vruchtbare grond zijn en talent laten bloeien. Ik ga er van uit dat ons productiehuis ook veel te bieden heeft naast het louter financiële."

Welke strategieën gebruik je daarvoor? Om talent te laten groeien?

"Daar zijn geen strategieën voor, in de zin van vaste regels of procedures. Alles wat wij maken is per definitie prototype, there are no rules. Waar we op terugvallen is ons instinct, onze neus voor talent, ons geloof in de medewerkers, onze kunde om de juiste mensen samen te brengen. Onze bekwaamheid ook om rondom die mensen de nodige financiering te verzekeren. Ik ga prat op onze organisatorische know-how. Met al die cruciale ingrediënten is het dan het doel om een product af te leveren dat beantwoordt aan wat beloofd werd bij het begin van het project.

We volgen non-stop de evoluties, we lezen veel, we ontmoeten veel mensen. Wij houden een vinger aan de pols. Ik heb vaak vrijblijvende gesprekken met mensen en het is niet zelden een sollicitatiegesprek, in de twee richtingen. Wat de mensen drijft, wat hen triggert, dat interesseert me. In de andere richting wil ik ook overbrengen wat ons als productiebedrijf voortstuwt en intrigeert. En als er dan een match is, ontstaat daar meestal heel organisch een samenwerking uit."

Vooruitblik Peter Bouckaert
©Eyeworks - op de set van Het Vonnis

Wat zijn de grote misvattingen van instromers omtrent onze sector?

"Bij jonge regisseurs is de misvatting vaak dat je als regisseur slechts geslaagd bent als je je eigen verhalen schrijft. Dat is iets dat nog steeds voor een stuk in de opleidingen ingebakken zit. Het is heel belangrijk voor regisseurs om een eigen stem, een eigen persoonlijkheid en een uniek kantje te ontwikkelen maar dat betekent niet per definitie dat ze hun eigen scenario’s moeten schrijven. Wereldwijd is het aantal briljante regisseurs dat ook nog eens briljante scenaristen zijn, op de vingers van één hand te tellen. Het is ook een misvatting dat mensen per se met een eigen project aan moeten komen."

Blijf in beweging, grijp alles wat je kan, begin desnoods onder je niveau maar leer uit jouw ervaringen en groei. Als je regisseur bent, doe dan set ervaring op in andere functies. Als scenarist, schrijf op eigen houtje, ontwikkel, ontwikkel!

"Aan mensen die de sector willen instromen, die net van school zijn, is mijn advies altijd: ‘blijf in beweging, grijp alles wat je kan, begin desnoods onder je niveau maar leer uit jouw ervaringen en groei. Als je regisseur bent, doe dan set ervaring op in andere functies. Als scenarist, schrijf op eigen houtje, ontwikkel, ontwikkel!’ Al schrijvend wordt men schrijver, al regisserend wordt men regisseur. Het is ook goed mogelijk dat je andere talenten in jezelf ontdekt terwijl je aan het werk bent op een set, want de lat ligt ontzettend hoog als regisseur. Het echte leertraject begint pas als men de school verlaat. Er is nog een heel tracé af te leggen en dat kan je alleen starten door ervaring op te doen en vooral niet stil te zitten. Zit niet te wachten op iets, neem elke uitdaging aan en iedere nieuwe ervaring zal je helpen om je spectrum te verbreden, om te ontdekken waar je echt goed in bent. Je zal ervaring opbouwen die vroeg of laat van pas zal komen. In onze sector zit men niet te wachten op iemand. Je moet de verwachting zelf creëren door bezig te zijn en te tonen waartoe je in staat bent. Sommigen slagen daar al in op school, anderen doen het nadien."

@Rundskop - Eyeworks
©Rundskop - Eyeworks

Een woord dat heel vaak dan naar boven komt is levenslang leren, levenslang blijven opleiden, pas je dat zelf ook toe?

"Ik paste dat vroeger voor mezelf toe. Het was zo dat ik minstens om de twee jaar een cursus ging volgen. Zo heb ik destijds website-ontwikkeling en programmatie gevolgd aan de KULeuven, in avondschool, 2 dagen per week gedurende een jaar. Omdat ik alles wou begrijpen van dat medium.

Bij Eyeworks hebben we daar zeker oren naar. Legal, een deelaspect in onze werking, is bijvoorbeeld een aspect waarvoor we onze mensen stimuleren om bij te scholen. Maar de grootste leerschool is en blijft de ervaring.
Dit klinkt nu misschien klef, en ik beweer alleszins niet dat we niets meer bij te leren hebben, maar binnen België is deze factor voor Eyeworks relatief, wat betreft onze activiteiten, omdat onze mensen tot de meest ervaren van de industrie behoren.
Na een opleiding leren we constant verder bij door hetgeen wat werd aangeleerd gewoonweg te doen in de praktijk en daar nog meer uit te leren. Vooral ook omdat, ik zei het al, bij ons iedere productie een prototype is. De wereld rondom ons evolueert en zeker voor mensen die met technische aspecten bezig zijn, is constante bijscholing wel degelijk nodig en deel van de job. Onze mensen gaan regelmatig kennis halen bij keynote speakers. Als er presentaties zijn rond scenario-ontwikkeling of zich andere masterclasses aandienen, dan is er de reflex om het te gaan volgen. Ook vaak om geïnspireerd te worden.

Levenslang leren is zeer toepasselijk op onze sector, maar dat betekent daarom niet dat het per se altijd in een schoolse benadering moet. Wij leren levenslang door zeer alert te zijn en in te spelen op verandering. Het is een genuanceerd beeld. Georganiseerde opleidingen of bijscholing zijn vooral interessant voor schoolverlaters die zich nog extra willen specialiseren, vooraleer ze op de arbeidsmarkt zelf in dat autodidactisch proces komen. In die zin speelt bijscholing zeker een belangrijke rol."

In onze sector is de work-life balance een belangrijke topic. Is die voor jou makkelijk te vinden? 

"Dat is een moeilijke, ja. Wij zijn zeker geen '9 to 5' sector. Het is een cyclisch werkveld onderhevig en snelle veranderingen en bezwaart met een gebrek aan continuïteit. Het is een zeer uitdagende omgeving voor iedereen, jaar na jaar. Maar ook binnen eenzelfde jaar, omdat producties door een samenloop van omstandigheden elkaar soms overlappen en dan misschien gevolgd worden door een kalmere periode. Opnieuw echter, dat geldt ook voor heel veel andere branches. Een goede work-life balance heeft niet alleen te maken met de hoeveelheid onregelmatige uren en de onvoorspelbaarheid van de job. Het heeft ook en vooral te maken met de mate waarin je een balans kan vinden, om voldoende tijd vrij te maken voor de dingen die jij zelf belangrijk vindt. Het kan perfect dat professionele aspecten daartoe behoren."

Een juist evenwicht laat zich niet uitdrukken in aantal uren of werkdagen, het heeft te maken met de zorg voor jezelf en dat je voldoende tijd geeft aan mensen en zaken die voor jou interessant zijn.

"Er zijn mensen die een '9 to 5' job hebben en toch een burn-out krijgen omdat ze in die job, of daarnaast, niet genoeg interessante dingen doen voor zichzelf. Persoonlijk kijk ik op geen enkele job neer. Wat voor de ene niet interessant is, kan dat voor de andere wel zijn. Maar als iemand een baan heeft die hij of zij niet interessant vindt, is de kans op een slechte work-life balans veel groter dan bij iemand die tijdens bepaalde periodes 10 tot 12 uur per dag werkt maar dat zeer betekenisvol of relevant vindt. Omdat de medewerkers in onze sector meestal zo gepassioneerd bezig zijn met hun job, durven sommigen al eens vergeten dat er nog andere zaken zijn in een mensenleven die een even gepassioneerde aandacht verdienen.
Een juist evenwicht laat zich niet uitdrukken in aantal uren of werkdagen, het heeft te maken met de zorg voor jezelf en dat je voldoende tijd geeft aan mensen en zaken die voor jou interessant zijn. En als daar, zelfs disproportioneel, veel professionele aspecten bijhoren, dan is dat gewoon zo.

Het is nu eenmaal inherent aan onze sector dat we constant bezig willen zijn en blijven."

Vooruitblik Peter Bouckaert

Over Peter Bouckaert

Peter Bouckaert is al jaren actief als Managing & Creative Director bij Eyeworks Film & TV Drama. Hij begon zijn carrière als Press Officer en vervolgens Marketing Verantwoordelijke, Event Producer en Adjunct-Directeur op het Internationaal Film Festival Vlaanderen - Gent. Zo’n 10 jaar later maakte hij de overstap naar Eyeworks Film & TV Drama, toen nog MMG.

Zijn filmografie bestaat onder andere uit grote successen als Niet Schieten, De Zaak Alzheimer, Dossier K, Zot Van A, Ben X, Rundskop, Tot Altijd, Marina, De Behandeling, Het Vonnis, Labyrinthus, Image, Brabançonne, D’Ardennen, Achter De Wolken. Sinds midden jaren negentig legt Eyeworks Film & TV Drama zich eveneens toe op de productie van succesvolle televisiereeksen zoals o.a. Windkracht 10, Flikken, Urbain, Vermist, Oud België, Jes, Dubbelleven, Rang 1, Het Goddelijke Monster, Eigen Kweek, Zie Mij Graag, De Ridder, Cordon, De Bunker, De Infiltrant… 


Ook interessant voor jou