Welzijn op het werk

.

Medewerkers die zich goed in hun vel voelen, zijn een troef voor iedere werkgever. En die wil je dan ook beschermen tegen alle mogelijke risico’s op de werkvloer. De wet legt enkele verplichtingen op omtrent welzijn op het werk. Meer bepaald omtrent preventie, gezondheid en veiligheid.

Zeven welzijnsdomeinen 

De Welzijnswet omschrijft zeven welzijnsdomeinen:

  1. Het psychosociale welzijn
  2. Veiligheid
  3. Gezondheid
  4. Egonomie
  5. Verfraaien arbeidsplaats
  6. Intern leefmilieu
  7. Arbeidshygiëne

In wat volgt, wordt er ingezoomd op het welzijnsdomein psychosociaal welzijn. Inzetten op dit welzijnsdomein is van groot belang. Psychosociale risico’s brengen de lichamelijke en de geestelijke gezondheid van de werknemers in het gedrang. Ze hebben een impact op de goede werking. Het is dus van groot belang om een positief arbeidsklimaat te creëren, waar personeelsleden graag en gemotiveerd willen werken. 

Welzijnswetgeving: wat je moet weten?

De Belgische wetgever verplicht elke werkgever om een welzijnsbeleid te voeren dat gesteund is op algemene principes die het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk bevorderen:

  • Risico’s voorkomen, bij de bron uitschakelen of verminderen
  • Voorkeur voor collectieve beschermingsmiddelen boven individuele
  • Zorgen voor opleiding en informatie van de werknemers

Medewerkers die zich goed in hun vel voelen, zijn een troef voor iedere werkgever en leveren betere resultaten. Daarom wil je hen beschermen tegen alle mogelijke risico’s op de werkvloer en daarom legt de wetgeving enkele concrete acties op. Zo is de werkgever verplicht een risicoanalyse uit te voeren van de psychosociale risico’s. Uit deze risicoanalyse volgt de opmaak en de uitvoering van een actieplan.

In het arbeidsreglement wordt bovendien een beginselverklaring opgenomen en de procedure voor medewerkers die te maken krijgen met psychosociale risico’s, waaronder onrespectvol of grensoverschrijdend gedrag. Verder wordt melding gemaakt van de sancties die eraan gekoppeld zijn en staan hierin de contactgegevens van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Hiertoe behoren ook de preventieadviseur psychosociale aspecten en eventueel de vertrouwenspersoon.

Tot slot worden feiten van ongewenst grensoverschrijdend gedrag door derden bijgehouden en dienen medewerkers geïnformeerd en gesensibiliseerd te worden over het beleid rond psychosociale risico’s, waaronder grensoverschrijdend gedrag.

Welzijnspartners op het werk 

Heel wat mensen houden zich bezig met het welzijn op het werk. Deze partners zijn intern binnen de onderneming te vinden, maar ook extern. 

Interne partners 

Vertrouwenspersoon

Een vertrouwenspersoon luistert, adviseert en bemiddelt bij ongewenste situaties op de werkvloer. Bijvoorbeeld bij grensoverschrijdend gedrag (waaronder pesterijen, geweld, ongewenst seksueel gedrag), conflicten of een te hoge werkdruk. Een vertrouwenspersoon is een erkende rol die enkel uitgeoefend mag worden indien er binnen de twee jaar van de instelling een officiële opleiding gevolgd wordt. 

De vertrouwenspersoon maakt deel uit van de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (IDPBW) en werkt samen met interne preventieadviseur (IPA). 

Interne preventieadviseur

  • De interne preventieadviseur adviseert leidinggevenden bijvoorbeeld over veiligheid, gezondheid en welzijn binnen hun teams.
  • De preventieadviseur voor psychosociale aspecten werkt samen met de werkgever een preventiebeleid uit voor het psychosociale welzijn van de werknemers. Bovendien speelt deze een actieve rol als dat preventiebeleid faalt en de werknemers vinden dat ze het slachtoffer zijn van geweld, pesterijen, ongewenst seksueel gedrag en discriminatie. De interne preventieadviseur verstrekt advies, opvang en hulp aan die werknemers en wordt daarin bijgestaan door één of meerdere vertrouwenspersonen.
  • In bedrijven met minder dan 20 werknemers mag de werkgever zelf de preventieadviseur zijn.
  • Als de preventieadviseur van de interne dienst niet zelf alle opdrachten kan vervullen, dan kan een werkgever ook een beroep doen op een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.

Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk

Elke onderneming of instelling moet een eigen interne dienst voor preventie en bescherming op het werk oprichten. Deze dienst moet de werkgever, de leden van de hiërarchische lijn en de werknemers bijstaan bij de toepassing van de regelgeving inzake het welzijn van de werknemers. 

De kans bestaat dat er geen ‘echte’ dienst in jouw onderneming is en is de IPA de dienst. Indien er geen IPA is dan is het de werkgever. 

Overlegorganen

  • CPBW: Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk 
  • OR: ondernemingsraad

De hiërarchische lijn

Al de werknemers van de onderneming die een leidinggevende functie hebben. 

Externe partners 

Externe Dienst Preventie en Bescherming op het Werk

Externe Dienst voor Technische Controle

Voeren controle en keuringen uit van elektrische installaties,...

Toezicht Welzijn op het Werk

Toezicht in ondernemingen op de naleving van de welzijnsreglementering

Welzijn op het werk
subsidie

Ook interessant voor jou